Brood smeren. Waar de een het fantastisch vindt, probeert de ander er elke keer weer onderuit te komen. Mijn moeder had er een broertje dood aan. En ze zei altijd dat wij zelf ons brood moesten smeren, zodra wij een mes vast konden houden.
Brood smeren is een activiteit van 2 handen. De ene hand houdt het brood vast, zodat het niet alle kanten het bord over schuift.
De andere hand houdt het mes vast.
Maar goed, dan ben je er nog niet. Dat mes moet boter hebben. En dat komt weer uit de botervloot of het kuipje. En dat moet je er dan op zien te krijgen, zonder dat alle boter door elkaar gewroet is! Tenminste, dat vinden de oudere mensen aan tafel belangrijk.
Dat betekent dat je andere hand weer de rol krijgt van de boter vasthouden.
Eindelijk, het zit op het mes. Nu moet je dit nog fatsoenlijk zien te transporteren naar je brood. Ai…. soms is boter zo glibberig dat elke scheve stand van het mes onvermijdelijk als een glijbaan wordt gezien en de boter triomfantelijk op de tafel beland.
Maar uiteindelijk komt het op je brood terecht en kan het smeren beginnen.
Smeren is als een soort dans. Als je steeds dezelfde kant op smeert, komt het niet goed met je broodje. Dus je moet je hand steeds een andere kant op laten bewegen. En dat betekent ook weer dat je andere hand een nieuw plekje moet krijgen.
Je dominante hand heeft het mes vaak vast. En de taak van de andere hand is ondersteunen. Dat is geen passieve rol, maar ook een actieve.
Om een goed functionerende dominante hand te hebben en een goede ondersteunende is het belangrijk dat je veel met twee handen bezig bent geweest. Als je beide handen goed bezig hebt gehouden als baby en peuter, ontwikkel je een voorkeurshand. Dat kan best even duren en er zijn fases waarin die voorkeur ook wisselt.
Jammer genoeg is deze kennis niet overal bekend. En duwen lieve en betrokken opa’s en oma’s, moeders en vaders en juffen kinderen de potloden steevast in de ‘juiste’ hand. Wellicht iets opgelucht dat het de rechterhand is?
Beter is om in beide handen een potlood te stoppen! Lekker met twee handen prutsen, kleuren en kliederen! Omdat eenzijdige stimulatie in die fase gewoon nog niet gewenst is en je algehele ontwikkeling niet ten goede komt!
Reflexen zorgen voor ontwikkeling van links en rechts. Reflexen zorgen ervoor dat jij je lichaam beweegt en bewegingspatronen geautomatiseerd worden.
Reflexen die niet goed uitontwikkelen maken dat je uitdagingen kan ontwikkelen met één van beide kanten (en dus handen). Dat lijkt geen problemen te geven, in eerste instantie. Maar het kan later wel degelijk de oorzaak zijn van rekenproblemen! Zoals bijvoorbeeld eraf sommen. Niets anders dan erbij, enkel in de andere richting.
Of spelling; niets anders dan lezen, maar dan ook de letters heen en weer bekijken en beluisteren. Dat werken in twee richtingen begint met werken in twee richtingen met de handen (onder andere).
De oplossing licht dus ook bij de reflexen.
En hier? We zijn hard bezig met reflexintegratie. En broodsmeren; het zal geen hobby worden, maar opeens zie ik met het kerstdiner dat het vlees keurig in stukjes gesneden wordt! Dat mes en vork zoveel makkelijker gehanteerd worden. En dan…. dan glimlach ik trots! Hiervoor waren we niet met reflexintegratie begonnen, maar wat maakt het toch weer een stukje leven leuker!