Oogvolgen,… Wat is dit?
Ken je het speelgoed waar je een knikker over een baan van links naar rechts laat gaan? Elke keer komt hij een belletje tegen en dan valt de knikker naar de verdieping eronder, om nu de andere kant op te rollen.
Oogvolgen is met je ogen deze knikker kunnen blijven volgen. Zonder je hoofd te draaien!
Kleine kinderen hebben de oogspieren nog niet zodanig onder controle dat zij dit kunnen. Zij zullen daarom hun hele hoofd meebewegen. Maar voor het leren lezen is het belangrijk dat je ogen dit kunnen. Hiervoor moeten je ogen de middenlijn kunnen overkruisen.
Middenlijn?
Stel je voor dat je een lange lijn trekt vanaf je derde oog, via je neus, over je navel tot tussen je beide voeten in. Deze lijn is eigenlijk een dunne lange plaat die nu in de ruimte voor je staat. Met je linkeroog kijk je tegen de zijkant aan, met je rechteroog tegen de andere zijkant. Dit is je middenlijn!
Stel je voor dat je nu gaat klappen. Je beide armen gaan naar de middenlijn toe en raken elkaar daar! Nu overkruisen zij de middenlijn niet.
Stel je voor dat je met je ene hand op je andere schouder wil krabben. Nu moet je door deze denkbeeldige lange plaat door! Je overkruist de middenlijn!
Met lezen moeten je ogen van links naar rechts bewegen, de hele regel over. Beide ogen maken deze reis en beide ogen gaan dus over de middenlijn. Het is fijn als beide ogen hier even goed in zijn, dat zij dezelfde sprongen kunnen maken, in hetzelfde tempo. Zo geven je beide ogen steeds een beeld door aan de hersenen met de juiste overlap! Zo kunnen de hersenen het ook begrijpen en kan jij gaan lezen en leren!
Maar stel,… Je ene oog springt minder goed. Die is minder goed in het oogvolgen. Het tempo is lager. De beweging meer schokkend.
Hierdoor geeft dit oog een ander beeld, die de hersenen over het beeld van het andere oog plakken om het te kunnen begrijpen. Er is verwarring; is er nu een a of een e, of een ij of een g? Het beeld is niet helder, niet duidelijk, niet eenduidig! Je ene oog geeft het verkeerde beeld en moet worden bijgesteld! Ja! Nu zie je het goed; het is een a en een g! Fijn! Maar dit bijstellen kost tijd en energie. Het maakt je ook onzeker! Want wanneer zie je het nu wel goed?
Ook voor het overzien van hoeveelheden is het belangrijk dat de ogen goed kunnen samenwerken en samen goed kunnen bewegen. Anders tel je knikkers dubbel, of sla je het juist over. Voor een goed getalbesef is het dus ook belangrijk dat oogvolgen en het kruisen van de middenlijn goed gaat.
Ook voor je ruimtelijk INzicht! Want dat groeit voort uit een goed ruimtelijk zicht! Ruimtelijk zicht oefen je door te bewegen en veel te kijken. Je leert afstand ervaren en inschatten doordat je begint te kruipen. Hoogte en diepte door te stappen en te springen. Je ogen geven informatie aan je hersenen die vervolgens weer je spieren aansturen. Zo ontstaat er een goed systeem wat de informatie uit de omgeving goed kan verkennen en waar jij je veilig kan bewegen in de ruimte.
Stel,…. je ene oog richt niet helemaal goed. Deze richt iets meer naar links. Je andere oog richt wel goed. Dan wordt jouw berekende midden wat je hersenen berekenen met de beide beelden net iets links van het midden. Jij denkt nu die beker wel te kunnen pakken, maar stoot hem juist om! Dit komt omdat jouw beeld van de werkelijkheid niet klopt met de echte werkelijkheid. Je voelt je onhandig, schat het altijd verkeerd in (kan ook figuurlijk), het maakt je onzeker. Gooien en vangen wordt lastig, mikken en richten ook. Je ruimtelijk zicht is steeds bijstellen, omdat je ondertussen weet dat jouw beeld niet klopt met de werkelijkheid. De hele dag compenseer je dit, stel je dit bij, zodat het goed gaat. Maar dit kost energie en tijd. En ‘s avonds aan tafel gaat het weer fout,… je stoot weer je beker om.
Ogen en leren; het heeft een sterke relatie.
Ogen en zijn ook. Ik hoop dat ik dit goed heb uitgelegd in dit stuk.
Bij Mooi Rechtop werk ik met reflexintegratie. Er zijn vele reflexen die remmend werken op de oogvolgmotoriek en de oogsamenwerking. Ook kijk ik naar de oog-hersensamenwerking.
Zo werken we aan een verbeterde neurale basis, stimuleren we de oogmotoriek en de onderlinge afstemming. Zo wordt lezen en rekenen opeens makkelijker omdat je systeem nu wel klopt! Corrigeren, compenseren is niet meer nodig. Je groeit ook in je zelfvertrouwen!
Alles hangt samen!