Trauma door een opgetrokken wenkbrauw?
Ik geloof dat het kan. Ik heb zelf ervaren dat een ervaring als een rem kan werken. Dat deel ik onderaan dit blog. Eerst schets ik een situatie in een verhaal. Dit verhaal gaat over niemand die echt bestaat. Het is een combinatie van eigen ervaringen en ervaringen die ik bij mijn kinderen zie en wat ik van anderen heb gehoord.

Met dit verhaal wil ik duidelijk maken dat stress er heel snel kan zijn. En hoe het blokkeert. Dat het lastig is, je met stress goed te ontwikkelen.

Wat is stress en wat is trauma?

Veel mensen vinden stress een heel groot woord. Ons lichaam ervaart snel stress. Dat kunnen we prima aan. Echter, wanneer stress een gewoonte is en te lang aanhoudt, dan wordt het lastig. Dan komen er klachten. Dan wordt het als zwemmen met kleren aan. Eerst is het wel oke, maar het wordt wel zwaar en je komt steeds minder vooruit en gaat sneller en vaker kopje onder.

Trauma is net zoiets. Bij trauma denken mensen ook vaak aan grote gebeurtenissen. Maar ons lichaam en ons brein hebben trauma’s als een gebeurtenis niet goed verwerkt kan worden. Dat vinden we niet fijn en daarom willen ze zo’n soortgelijke ervaring voorkomen. Het maakt dat je soms voor jezelf niet te begrijpen opeens niet meer optimaal functioneert.

Kinderen hebben ook trauma’s en stress momenten. Groot en klein. En het is voor iedereen persoonlijk. In dit blog schets ik een verhaal van een kind met problemen met tellen.

 

We zitten in de kring. Er liggen allemaal steentjes op tafel. Grotere en kleinere. Sommige spierwit en anderen grijs met witte lijntjes. De klas kijkt toe.
De juf vraagt hoeveel steentjes er op de tafel zitten. ‘Wel meer dan honderd’ roept er een klasgenoot enthousiast. Het is gezellig in de klas. Iemand anders stelt voor het te gaan tellen. Jason wordt uitgekozen en hij begint enthousiast. Er rollen stenen op de grond, die hulpvaardig door anderen weer op de tafel worden gelegd. De tafel is klein en er liggen veel stenen op. Dus als Jason bij 28 is, raakt hij wat de kluts kwijt. Welke steen is al geweest?

Sanne steekt haar vinger op en vertelt wanneer ze de beurt krijgt, dat stenen die geweest zijn, weggelegd moeten worden. Want anders tel je ze opnieuw. Zo gezegd zo gedaan. Er blijken 57 stenen op de tafel te liggen. Daarna telt Tessa ze nog een keer en nu zijn het er 53.
De juf vraagt zich af hoe dit kan.

Er komt een nieuwe oplossing. Juf heeft toch van die doosjes, dan stoppen we er daar steeds 10 in. Geweldig! Die 10 stenen worden door meerdere kinderen in de klas nageteld en na een tijdje zijn er 5 gevulde doosjes met elk 10 steentjes. En er liggen er nog 5 op tafel. Het zijn dus 55 steentjes.

De hele klas is enthousiast en betrokken. Ik ook. Vol spanning kijk ik toe wat de juf nu doet. Ze leegt alle 5 de doosjes weer en alle 55 stenen liggen weer op de tafel. Nu stopt de juf er 5 in een doos. Berend stoot me aan en wijst naar buiten. Ik kijk, maar zie niets. Opeens hoor ik mijn naam. Juf kijkt me aan. Ik weet niet wat ik moet doen. Ik kijk naar de tafel en begin te tellen. 1, 2, 3,… De juf trekt haar wenkbrauw op. Ze heeft een scherp randje in haar stem. Dan krijgt Bram de beurt. Hij telt 6, 7, 8. Nu knikt juf enthousiast. Heel goed van Bram! Hij had de opdracht gehoord en kon verder tellen. 5 zaten in de doos en hij moest verder tellen. Ik krijg dit alles niet goed mee. Ik zit in een zee van stilte. Opeens is mijn blij ik verandert in een verdrietige zware steen. Ik zit nog wel in de groep, maar ik ben er niet meer. Ik voel me koud en verdrietig.

Van nare gebeurtenis naar trauma

Iedereen kent het wel. Kinderen die ineen kruipen als het ware, na een opmerking, na een fout. Wanneer deze gebeurtenis goed verwerkt kan worden, zal deze gebeurtenis geen ‘blijvende’ schade hebben.
Maar stel je voor dat dit meisje of jongetje tellen lastig vindt. En dat de juf dit opgemerkt heeft. En dat zij daarom vaker in een kleine kring met de juf samen en andere kleuters mag tellen. En elke keer is er een moment waarop het fout gaat. Waarop de juf haar wenkbrauw optrekt. Waarop er irritatie doorklinkt in haar stem, omdat het weer niet lukt.
Stel je voor dat de juf zegt: ‘Stel je niet zo aan!’

Dan kan het zijn dat het een trauma wordt. Nu wordt tellen gelinkt aan onveiligheid door je brein! Of misschien wel de stenen of het doosje. Of de kleur trui van de juf op dat moment. Je hersenen gaan hier niet altijd even zorgvuldig mee om en weten de zintuigelijke informatie niet in te schatten op gevaar; zij weten wel dat de hele situatie onveilig was en herhaling van deze ervaring moet voorkomen worden!

Alarmbellen; je leven hangt ervan af!

Zonder dat jij het weet, gaan in je hersenen alle alarmbellen rinkelen als één van de als gevaarlijk opgeslagen (zintuigelijke) herinnering weer aanwezig is. Heel jouw beschermingsmechaniek springt op standje actief en doet alles wat het kan om jou te beschermen. Weg bij dat doosje! Of stoppen met tellen!
Het is alsof je leven ervan af hangt. En voor je brein is dit ook zo.

Functioneren lukt niet meer. Ontwikkelen en leren ook niet! En het nare is, je hebt er geen grip op!

PTSD in Slovenië

Jaren terug ging ik naar Slovenië. Daar volgde ik de module PTSD. Dat is reflexintegratie bij trauma’s. Mijn overtuiging was (en is) dat ik veel kinderen in de klas heb gehad, die om wat voor reden dan ook kleine en grotere leertrauma’s hadden. Na 4 intensieve en mooie dagen mag ik het hele protocol ondergaan. Het doel wat ik stel is dat ik die Engelstalige reader en de warboel van aantekeningen en ervaringen thuis kan inzetten, ondanks dat ik Engels lezen en begrijpend lezen zo lastig vind.

Mijn kleine ik

Pamela gaat met mij aan de slag. Tussendoor stelt zij vragen. Ze vraagt naar een getal, naar een kleur. En na een tijdje vraagt ze of ik mijn kleine ik zie. Ja, die zie ik. Ik zit in de eerste klas. Ik zit in elkaar gedoken. Ik doe mijn uiterste best niet op te vallen. Ik wil geen leesbeurt.
Het is bizar om te ervaren hoe echt het allemaal is. Ik zie en ruik de klas. Ik weet alles als het ware weer te staan. Ik kan allang lezen. Ik las alle boekjes al. Maar ik wil niet hardop lezen. In dit boekje staat de zin: ‘RRRRRRRRrrrrrrring de schoolbel gaat.’ Thuis wordt er gezegd dat ik de ‘r’ niet goed kan zeggen. Straks hoort iedereen dat ik de ‘r’ niet goed kan zeggen.

En dan?

Pamela gaat met mij bezig. En vertelt mij dat mijn kleine ik het super goed en dapper heeft aangepakt. Na een tijdje vraagt ze of ik weer naar mezelf wil kijken. Ik zie mijzelf nu rechtop zitten. Met opgeheven hoofd. Wat een verschil. De klas is lichter en ik voel me sterk en zelfverzekerd. Zo kom ik ook van de massagetafel af. In mijn lijf zit meer kracht, ik heb mijn voeten beter op de grond. Ik voel me energiek.
En het lezen? Ik heb de module zeer zeker onder de knie gekregen. En ik zet het graag in. Voor grotere en kleinere trauma’s!